Hoe ontwikkel je als zelfstandige opdrachtgever een visie op de markt van vormgevers en ontwerpers? (2)

clients1.jpg

Dit is deel 2 van Hoe ontwikkel je als zelfstandige opdrachtgever een visie op de markt van vormgevers en ontwerpers? De vorige keer vroeg ik mij af of het keuzeprobleem van een opdrachtgever kleiner was gemaakt door inzicht in de markt van ontwerpers te krijgen? Om daar antwoord op te geven moeten we echter eerst kijken naar wie we als opdrachtgever voor ons hebben.

clients2.jpg

De opdrachtgever als spanningsveld en uitdaging

In principe bestaan er binnen de praktijk van een ontwerper drie soorten opdrachtgevers: grote, middelgrote en kleine opdrachtgevers. Binnen die groepen heb je klanten uit de zakelijke markt, de overheid, de culturele sector, het onderwijs, de zorg en steeds vaker: zelfstandige ondernemers, professionals en particulieren. Zij allen maken in meerdere of mindere mate gebruik van de diensten van ontwerpers.

Van oudsher is er een (ongeschreven) wet die zegt dat organisaties met organisaties werken, of dat grote opdrachtgevers grote opdrachtnemers zoeken en middelgrote en kleine opdrachtgevers opdrachtnemers die bij hùn maat en budget passen. Daar zijn diverse redenen voor, waaronder continuïteit, solvabiliteit, mankracht en expertise. Toch is deze wet sterk aan verandering onderhevig

clients3.jpg

Steeds meer middelgrote opdrachtgevers weten de weg naar zelfstandige ontwerpers te vinden. Budget beperkingen en goede ervaringen spelen hier een rol in. Ook bij grotere opdrachtgevers worden steeds vaker zelfstandigen of tijdelijke creatieve teams ingehuurd om ontwerpoplossingen en andere diensten aan te dragen. Daarmee willen zij vaak vermijden gevangen te raken in de logge en dure bureaucratische systemen die bij grotere dienstverleners aanwezig kunnen zijn. Zolang de gewenste expertise aanwezig is kan dit tot succesvolle samenwerking leiden. In de huidige netwerkeconomie is het samenstellen van projectteams op maat zeker een goede insteek bij het inhuren van specialisten.

Daarmee komen we direct op het punt van de expertise van de opdrachtgever zelf. Heeft deze ervaring in het werken met ontwerpers of creatieve teams? Heeft de opdrachtgever de juiste mensen in huis om het proces zelfstandig aan te sturen? Of staat hij of zij er alleen voor?

clients4.jpg

Wat in het groot of het middelgroot telt gaat ook op voor de zelfstandige ondernemer. Juist bij de zelfstandige opdrachtgever komt de problematiek van ervaring en expertise in het samenwerken met ontwerpers het duidelijkst aan het daglicht. Bij zelfstandige opdrachtgevers zie je globaal de volgende profielen:

1. Een opdrachtgever zonder enige ervaring met ontwerpers en/of andere dienstverleners in de vormgevingsbranche.
2. Een opdrachtgever zonder ervaring met ontwerpers, maar wel ervaring met drukkers, een vormgever of een webdesigner.
3. Een opdrachtgever met ervaring met een ontwerper, vormgever en/of andere dienstverlener (ontwerp- of reclamebureau).
4. Een opdrachtgever met slechte ervaringen met een ontwerper, vormgever en/of andere dienstverlener.
5. Een opdrachtgever met (al of niet, goede of slechte) ervaringen met studenten of amateurs die dienst deden als ontwerper, vormgever en/of als andere dienstverlener.

Of je nu te maken hebt met een onbeschreven blad, met een opdrachtgever die enige ervaring heeft of met iemand die gepokt en gemazeld is, maakt een enorm verschil.

clients5.jpg

Zoals eerder duidelijk werd lijden veel grafisch ontwerpers die van een Academie afkomen aan het euvel dat zij, voor zover ze vakmatig goed geschoold zijn, vaak onkundig zijn op het gebied van bedrijfsvoering. Veel ontwerpers en vormgevers hebben eveneens weinig expertise op het gebied van strategisch denken of concept ontwikkeling. Alleen ontwerpers met een bureau-achtergrond op het gebied van design of reclame voor de zakelijke markt of met praktijkkennis van marketing en communicatie processen kunnen daar van meepraten.

clients6.jpg

Het ontbreken van een brede achtergrond en verdieping kan dus problemen opleveren als het om samenwerking gaat. Binnen ieder proces heb je namelijk als ontwerper veel uit te leggen. Alleen al als het gaat om je werkwijze. Om een klant optimaal van dienst te kunnen zijn en een proces te waarborgen dat redelijk vlekkeloos verloopt (perfectie bestaat niet en van fouten kun je beiden leren) moet er wel een methodiek zijn die de opdrachtgever een kader geeft. Daarmee zijn de grenzen duidelijk gesteld en worden misverstanden vermeden. Door de opdrachtgever stap voor stap aan de hand mee te nemen kun je tevens fasegewijs bepalen of alle benodigde informatie, gegevens, middelen en budgetten aanwezig zijn en er telkens wederzijds akkoord op gegeven kan worden.

Ontwerpers die bureau ervaring hebben opgedaan bij een designbureau of een reclamebureau zijn hierbij meestal in het voordeel, als ze goed hebben opgelet en hun expertise hebben weten te vertalen naar hun eigen praktijk. De klant krijgt dan vanaf het begin duidelijkheid over wat hij van de ontwerper mag verwachten en welke input de ontwerper van zijn klant verwacht. Door deze helderheid, die al begint bij de briefing, de offerte en de leveringsvoorwaarden, kan een opdrachtgever beter beoordelen of de samenwerking zijn investering in tijd en budget waard is. Maar ook van de kant van de opdrachtnemer is het zaak om te bepalen of de opdrachtgever de samenwerking waard is, of dat de wensen, verwachtingen en het niveau of de insteek van de opdracht niet aansluiten. In dat geval is het beter te verwijzen naar een collega die beter aansluit bij het niveau van de opdracht.

clients7

De grootste valkuil voor een ontwerper is dus een opdracht of een opdrachtgever te accepteren die niet bij je past. Dat is niet altijd te voorkomen, maar een verhelderend voortraject en goed luisteren naar je intuïtie en leren van voorgaande ervaringen helpt.

Kortom: je moet opdrachtgevers ook durven opvoeden. Durven om de confrontatie aan te gaan waar nodig. Als ontwerper ben je een gelijkwaardige gesprekspartner, die ook zelf iets te melden heeft. Anders zouden ze niet bij jou langskomen. Jij bent de professional. Leeftijd, ervaring, expertise, kennis en onderbouwde argumenten ondersteunen de acceptatie van jouw mening door de opdrachtgever. Die heeft er namelijk belang bij om door de ontwerper van tijd tot tijd bijgestuurd en aangestuurd te worden.

clients8.jpg

Een aanverwant probleem: Opdrachtgevers weten vaak niet wat ze echt willen. Ze denken heel vaak in middelen. Ze willen een huisstijl of een website, maar realiseren zich niet dat een middel een doel dient en geen doel op zich is. Opdrachtgevers onderschatten ook hun eigen rol en investeren vaak te weinig in het samenstellen van een briefing. Zonder eisenpakket en doelstellingen blijf je in discussies over ontwerpen vaak steken op het niveau van mooi of lelijk. Met de inhoudelijke zaken op een rij heb je een checklist waarmee je als opdrachtgever kunt bepalen of een ontwerp ook echt aan de eisen en de doelstellingen voldoet. Dan krijg je ook betere en constructievere gesprekken, die bijdragen aan een beter eindproduct en de doelen.

clients9.jpg

Uiteindelijk is er maar één regel die telt: de relatie tussen opdrachtgever en ontwerper blijft een spanningsveld en telkens een momentopname. Die spanning draagt binnen een goede werkrelatie bij aan een goed resultaat en aan de kwaliteit, en dient voor beide partijen bevredigend te zijn.

Opdrachtsituaties zijn voortdurend in beweging. Door ervaring leer je steeds beter aan te sluiten bij het moment, maar alles begint bij de wil om een goede opdrachtgever en een goede opdrachtnemer te zijn. Een goed begin op basis van de juiste keuzes is daarvoor de beslissende voorwaarde!

9 gedachten over “Hoe ontwikkel je als zelfstandige opdrachtgever een visie op de markt van vormgevers en ontwerpers? (2)

Voeg uw reactie toe

  1. Goedemorgen Huub,
    Ik lees je nieuwsbrief, deel 2. En stopte zojuist na lezing van de woorden:
    “In de huidige netwerkeconomie is het samenstellen van projectteams op maat zeker een goede insteek bij het inhuren van specialisten. Daarmee komen we direct op het punt van de expertise van de opdrachtgever zelf. Heeft deze ervaring in het werken met ontwerpers of creatieve teams? Heeft de opdrachtgever de juiste mensen in huis om het proces zelfstandig aan te sturen? Of staat hij of zij er alleen voor?”
    Kijk, dat is precies de vraagstelling waarvoor ik -als pionier in de advocatuur die z’n collega’s probeert warm te laten lopen voor de toevoeging van beeld aan hun pleidooien- me gesteld zie.
    Jij hebt het over projectteams, Adjied Bakas, je weet wel de trendwatcher, sprak vorig jaar tijdens de opening van de eerste digitaal uitgeruste zittingszaal [ook in Rotterdam] over ‘het Hollywood-model”. In de toekomst zullen advocaten [de opdrachtgevers waarover jij het hebt], wanneer zij staan voor de vraag hoe een pleidooi te houden, net zoals producenten in Hollywood, een team gaan samenstellen. Hij besteedt z’n script uit aan een scenarist, zoekt er een regisseur/documentairemaker bij en zoekt samen met hen weer een cameraman, een lichtontwerper, you name it.
    Projectteams zijn de toekomst overal waar verhalen verteld moeten gaan worden. Opdat verhalen niet alleen zomaar droog vanaf papier voorgelezen worden [helaas de praktijk van het huidige pleidooi-nivo in de rechtszaal waaruit blijkt dat de helft van al die dure advocaten totaal niet kan pleiten], maar ook kunnen o v e r k o m e n. Bij de rechter, bij het publiek, bij de client. In the hearts and minds van de toehoorders. Waar vertellen we ze anders voor?!
    Ik ga nu gauw weer verder met je verhaal!
    Groet, Jaap

    Like

  2. @Peter Gezien jouw reactie en die van Jaap kan ik dat alleen maar beamen!
    @Jaap Gezien de opkomst van het fenomeen ZZP-er in Nederland zal de toekomst inderdaad steeds meer projectteam georiënteerd zijn. In het buitenland was dat al usance. Zelf werk ik als ontwerper ook steeds nauwer samen met tekstschrijvers, fotografen en programmeurs, terwijl ik steeds vaker als strateeg wordt ingehuurd. Ook op andere gebieden zullen wij, en met mij vele anderen, de voordelen zien van samenwerking tussen een breed scala aan disciplines. Voor advocaten kan ik me voorstellen dat, naast filmmakers en andere mediaminds, ook speech-coaches en andere acteer- en presentatie experts een rol kunnen spelen.

    Like

  3. Dag Huub,
    Ik heb met belangstelling je stukken gelezen, maar moet bekennen dat de huidige opdrachtgever toch op een andere manier naar ons vak en de vakbroeder kijkt.
    De inkopersterreur leidt niet tot keuzes gebaseerd op kwaliteit of het klikt of wat dan ook. We moeten zelfs onze rechten verkwanselen omdat opdrachtgevers van ons eisen dat we onze auteursrechten afstaan. Nee, wie het het goedkoopste aanbied of zelfs voor nop een advies, concept o.i.d. aanbied gaat aan de haal met de klus. Kwaliteit is niet meer onze reklame zoals er vroeger op de slagerijzakjes stond. Zie de reactie op de huidige site van een bureau als Eden Spiekerman, een teken aan de wand. Zij verdommen het nog langer voor nop te werken en hun hoge kwaliteit en vakmanschap uit te verkopen. Je verhaal is prima maar de realiteit is thans anders helaas.
    Een reden waardoor veel bureaus nu kapot gaan of op het randje staan. Ik kan het weten.
    Groet, Joop Ridder

    Like

  4. Dag Joop,
    Ik herken de huidige problematiek van de grotere bureaus, zoals Eden Spiekermann, jouw bedrijf en andere top designbureaus. De kwestie waar jij het over hebt speelt trouwens al veel langer in de reclamewereld. De vraag is natuurlijk wel hoe het zo ver heeft kunnen komen? En waarom nu pas de poot stijf wordt gehouden? Zie ook http://edenspiekermann.com/nl/about/pitches/ Volgens mij hebben we het hier over een hele complexe zaak met een dito geschiedenis waarvan de relevantie van de aanspraken in het huidige tijdsgewricht wordt getoetst aan een veranderende werkelijkheid.
    Het soort opdrachtgever waar ik in mijn artikel naar verwijs is in ieder geval een heel ander soort opdrachtgever dan die waar de grotere bureaus voor werken: de zzp-er, zelfstandige- ondernemer of professional. Misschien dat daar de verwarring ligt. Mijn artikelen zijn ook vooral voor die doelgroep geschreven.
    Niet alleen is dat geen partij voor bureaus, maar ook andersom niet. De realiteit waar ik naar verwijs is dus vooral mijn persoonlijke realiteit als opdrachtnemer in een heel andere markt. Binnen mijn niche heb ik gelukkig ook niet te maken met inkopers van design en al zelden met concurrentie. Wat dat betreft ben ik ook helemaal niet jaloers op de grote bureaus. Binnen mijn markt gaat het dus daadwerkelijk om zeer persoonlijke relaties met opdrachtgevers en het toevoegen van meerwaarde aan elkaar.
    Hartelijke groet,
    Huub

    Like

  5. Dag Huub,
    Ik begrijp dat je schrijft vanuit je eigen ervaring en praktijk en ben dus benieuwd of andere professionals/zzp-ers jouw ervaringen delen. En misschien is het wel zo dat de tijd van grote bureaus wel voorbij is en dat zzp-netwerken de toekomst zijn. Ik vraag mij af of op termijn dat voor een opdrachtgever en opdrachtnemer wel kan leiden tot wat nodig is in het vakgebied. Meestal zit de innovatie toch bij de bureaus omdat daar de tijd en het geld is dat te doen. Innovatie werkgroepen, inspiratie- en uitwisselingsmogelijkheden die makkelijker zijn binnen bureaus. Je zit bij elkaar in een ruimte.
    Maar goed, ik hoop dat dit soort zaken ook te organiseren zijn in de volgens mij nieuwe ontwikkeling van creatieve- en professionele netwerken en broedplaatsen als Creative Cube, Schieblock, etc. Wisselend en daardoor inspirerend. Ik wacht de andere reacties af. Mag dit een aanzet zijn voor verdere ontwikkelingen die het vak en de professie dienen.
    Groet Joop

    Like

  6. Dag Joop,
    Het zou heel goed kunnen dat de tijd van de grote bureaus voorbij is, al kan ik me voorstellen dat heel gespecialiseerde bedrijven nog zeker bestaansrecht hebben.
    Ik herinner me een Premsela lezing van een Amerikaanse ontwerper, Michael Rock, rondom 2004, die een onderzoek had gedaan naar Dutch Graphic Design en zich bijvoorbeeld verbaasde over de relaties tussen bureaus en overheden en de subsidiecultuur. Zie rechts onderaan deze pagina voor de pdf ‘Mad Dutch Disease’ http://www.premsela.org/premsela/projecten-en-publicaties_1/premsela-lezing/ In die lezing werd aangetoond dat de toenmalige (en wellicht huidige) situatie alleen in een klein land als Nederland mogelijk was en dat de realiteit dat ‘zowat alles ontworpen is in ons land’ nergens ter wereld een gelijke situatie kent en ook zijn keerzijden heeft.
    Ik vraag me af of innovatie echt bij de bureaus plaatsvindt. Persoonlijk heb ik die ervaring niet. Eerder dat talent om te kunnen innoveren een bureau verlaat om zelf aan de slag te gaan. Maar uitzonderingen kunnen de regel bevestigen.
    Dat er nieuwe netwerken ontstaan waar innovatie een rol speelt is zeker, al heb ik enige scepsis bij initiatieven die door overheden worden opgezet, zoals de Creative Cube. Volgens mij hebben echte creatieven geen subsidie nodig voor innovatie. In die zin is Schieblock voor mijn gevoel iets meer gebaseerd op particulier initiatief dan andere broedplaatsen. Dat er vele soorten broedplaatsen zijn mag duidelijk zijn, zie ook mijn artikel ‘De Onmisbare Broedfactor’ http://www.zichtbarezaken.nl/2010/03/21/de-onmisbare-br maar niet ieder initiatief doorbreekt de bestaande regels of ontstijgt de grootstedelijke imago-kwesties.
    Ook ik ben benieuwd naar deze nieuwe ontwikkelingen en maak er deel van uit. Als het om bureaus gaat zal er wellicht een grotere versobering optreden, maar ook dat kan verfrissend en stimulerend zijn voor alle partijen. Innovatie en creativiteit zijn echter onuitroeibaar! We zullen zien.
    Groet, Huub

    Like

  7. Dat zou heel goed kunnen Simone, maar het blijft complex.
    Eenzelfde soort ontwikkeling zie je ook in de drukkerswereld. Door nieuwe technologie en door er slim gebruik van te maken kun je nu een visitekaartje dubbelzijdig fullcolour laten drukken voor een prijs waar je bij een traditionele drukkerij 5x zoveel voor betaald voor slechts 1-zijdig bedrukt in één kleur. En hoewel er beperkingen aan zitten zullen weinig klanten gevoelig zijn voor het argument ‘kwaliteit’. Dat is namelijk heel relatief.
    De complexiteit zit hem tevens in heel andere zaken.
    Nederland is heel lang één grote speeltuin geweest voor ontwerpers. En ook bij de grote klanten kon het niet op. Daar hebben de grote bureaus jarenlang van geprofiteerd. Als je enig idee hebt om wat voor bedragen dat ging dan sta je helemaal niet te kijken dat diezelfde grote opdrachtgevers nu voor kleinere bureaus kiezen. Dat levert ze hetzelfde voordeel op als in het drukkersvoorbeeld, terwijl de kwaliteit vaak net zo goed, zo niet beter is. Door een aanpak die ‘streetwise’ is en ‘lowbudget’.
    Blijft natuurlijk de vraag of het ‘goed is’ voor het vak en de professie? Even afgezien van de persoonlijke tragedies die nieuwe ontwikkelingen meebrengen (de handzetters verloren 50 jaar geleden massaal hun werk door de opkomst van het elektronisch zetsel en de opkomst van desktop publishing maakte 20 jaar geleden de elektronische zetterijen weer overbodig en zo gaat dat nu ook in de bureauwereld), is duidelijk dat creativiteit en innovatie ook oude en bestaande systemen vernieuwen.
    Dat die vernieuwing met destructie gepaard gaat is een schaduwzijde. Het lichtpuntje daarin is dat de bezem door het systeem halen veel overbodige ballast uit het vak haalt. Daardoor zullen bepaalde tradities in het vak en uit de professie verdwijnen en zal kwaliteit anders worden ervaren en ingevuld.
    Toen desktop publishing met de eerste Apple Macs zijn intrede deed, werd er door typografen massaal ‘moord en brand’ geroepen, maar de nieuwe beeldtaal die door digitale media ontstond werd sneller dan gedacht gemeengoed. Zo zullen de nieuwe netwerken en veranderende mores ook heel snel ‘business as usual’ worden. Alleen in beperkte kring en voor een heel selecte groep van opdrachtgevers, die daar nog budget voor hebben, zullen de tradities dan nog in stand gehouden worden of zichzelf weten te vernieuwen. Bijvoorbeeld http://www.zichtbarezaken.nl/2006/05/09/mooie_boeken/
    Is dat goed? That’s the Eb and Flow of Life!

    Like

Plaats een reactie

Omhoog ↑